We gaan terug naar een vrijdag voor het Pinksterweekend in begin jaren ’80. Vader Jaap en ondergetekende waren bezig met het klaarmaken van een gierbus op een fiets, want luilak was aanstaande. Met een blik, een touw, een spijker en petroleum kan er dan een prachtig geluid worden geproduceerd. Na deze klus werd al vroeg in de avond het bed opgezocht want de wekker stond op 4.00 uur in de morgen. Ver voor de wekker was ik al wakker en trok zachtjes mijn kleren aan en ging naar het fietsenschuurtje, om mijn fiets te pakken. Door de stille nacht klonk het enorme kabaal van de gierbus bij de geringste aanraking, resultaat was dat de nieuwe buurman het dakraam open deed en naar mij riep dat ik even normaal moest doen en het raam sloot weer. Na een paar minuten denken, dacht ik op een rustige manier te kunnen vertrekken, maar ook deze keer hield de gierbus zich niet stil en ging wederom het raam open. De buurman was nu iets bozer en zei dat ik stil moest doen als ik uit de kroeg kwam. Ik stotterde dat ik net uit bed kwam, maar dat hoorde de buurman niet meer. Later op de dag kwam de buurman aan de deur en verontschuldigde zich voor het voorval van de nacht, hij was namelijk niet op de hoogte van de traditie die luilak heet en dacht dat ik uit het café kwam in verband met de kermis. Gelukkig kunnen wij jaren later nog steeds hard lachen om deze miscommunicatie.